Curacao stapt over op Caribische Gulden om Sporen Landroof te wissen

De Centrale Bank van Curacao heeft besloten om de huidige gulden te vervangen met de Caribische Gulden. Omdat de reden hiervoor publiekelijk onduidelijk blijft werd er door CAdN een LOB verzoek ingediend en daarover vragen te stellen.

De Centrale Bank is een prive instelling die eigendom is van de Rothschild familie verblijvend in London City, waar alle centrale banksters op enkele landen na (Cuba, Rusland, Noord Korea, Iran) in de wereld hun zetel voeren.

Op Curacao kregen vele instanties uit de toeristen industrie vrijstelling van belasting. Ensley Tromp voerde op Curacao het beleid, maar toen deze contracten plotseling uit de archeiven waren verdwenen, werd hij daarvoor verantwoordelijk gesteld,

Het is duidelijk dat deze contracten nooit meer openbaar kunnen worden gesteld tenzij, de hotels, die hun winsten weg mochten sluizen, deze aanbieden. Maar deze zullen nooit in de eigen voet schieten om deze vorm van geldroof openbaar te stellen.

Aangevuld met tax holidays mochten deze mensenhandelaren 2/3 van de omzet uit de fl.1 miljard p/j toeristen industrie wegsluizen en daarmee zomaar witwassen. Alle reizen worden in het buitenland geboekt en betaald, dus hebben deze parasieten de mogelijkheid om de boekhoudingen inzake te beinvloeden.

Posted 12.02.2025 >>>

De meeste toeristen op Curacao, komen respectievelijk uit Nederland, de VS, Canada en Brazilie.

De grootste banken op Curacao komen uit Canada (MCB/RBC), zodat deze de lokale geldstomen via Brazilie en Libanon kunnen beinvloeden. Deze vorm van georganiseerde misdaad wordt niet bekend gemaakt door de mainstream media.

Het massa toerisme op Curacao pleegt oneindige vormen van land roof en andere middelen van toeeigening, beter bekend als privatisering. De VN/UN heeft besloten dat alle landen en eilanden in 2030 gedekoloniseerd moeten worden.

Daarom pikken de NL’se NGO’s uit voorzorg alle landseigendommen alvast af, zodat de dekolonisatie geen politiek effect zal hebben op de plunderende en rovende toeristen fabrieken.

Het volk op Curacao zal er goed aandoen om de komende jaren, in ieder geval zo spoeding mogelijk een onafhankelijkheids verzoek in te dienen bij de VN/UN, zodat er nog het een en ander gespaard blijft worden.

NL is wettelijk verplicht om aan dit proces mee te werken als de politieke partijen dat willen vereisen. NL is dan ook verplicht om voor tien jaar de kosten te dragen in dit proces om deze in goede banen te begeleiden, zodat het eiland op een verantwoordelijke wijze achtergelaten kan worden.

Stichting Crickey Amigu di Natura Curacao.

Antwoord op LOB verzoek door Centrale Bank >>>

De heer A.P. Barendregt
p/a arne.barendregt@yahoo.com
Curaçao
Willemstad, 6 maart 2025
Uw kenmerk: –
Ons kenmerk: JJ/ac/2025-001808
Onderwerp: reactie op derde LOB-verzoek dhr. A. Barendregt
Geachte heer Barendregt,
De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (hierna: de CBCS) heeft uw (derde) LOB-verzoek,
ingediend op 12 februari 2025 bij het Vergunningenloket en via doorzending aan het Ministerie
van Financiën op 26 februari 2025, in goede orde ontvangen.
Conform art. 3, eerste en tweede lid van de Landsverordening openbaarheid van het bestuur
Curacao (A.B. 2010.87) (hierna: Lob), kan een ieder verzoeken om informatie neergelegd in
documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of tot de onder
verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame directies, departementen, diensten,
bureaus, secretariaten en instellingen.
Uw verzoek betreft de volgende door u gestelde vragen over de introductie van de Caribische
gulden:

1. Wat is het voordeel van de aanpassing van deze munteenheid?
2. Wordt de huidige ANG met spoed vervangen om privatisering te ondersteunen?
3. Wie is/was de opdrachtgever voor dit besluit (*Cft/Den Haag/Centrale Bank)?
4. Waarom wordt CG gekoppeld aan USD i.p.v. EURO?
5. Wat zijn de gevolgen m.b.t. de intrinsieke waarde van de ANG/CG?
6. Waarom wordt deze eenheid gelanceerd tijdens de verkiezingsperiode?
   Voorop dient te worden gesteld dat een aantal van deze vragen reeds door u zijn gesteld en door
   de CBCS zijn beantwoord. In de eerste reactiebrief van 9 oktober 2024 zijn vraag 4 en 5 reeds
   behandeld. Bij de beantwoording van het tweede LOB-verzoek in de brief van 7 november 2024,
   zijn deze twee vragen opnieuw, zij het impliciet, beantwoord met een verwijzing naar het eerdere
   antwoord in de brief van 9 oktober 2024.
   Dit is dus de derde keer dat deze eensluidende vragen worden gesteld. Volledigheidshalve worden
   deze twee brieven van de CBCS als bijlagen 1 en 2 overgelegd.
   De vragen 1, 2, 3 en 6 betreffen vier nieuwe vragen. Twee van deze vragen (vraag 2 en 6) zijn
   suggestief van aard. Dergelijke vragen vallen niet onder de reikwijdte van de LOB (zoals neergelegd
   in artikel 3 Lob) en impliceren evenmin een verzoek om inzage in rapporten of besluiten.
   Ten aanzien van vragen 1 en 3 geldt dat de antwoorden hierop reeds openbaar en vrij toegankelijk
   zijn. Zo is het voordeel van de aanpassing van de munteenheid uitvoerig uiteengezet in de
   Memorie van Toelichting op de Regeling Gemeenschappelijk Geldstelsel Curaçao en Sint Maarten
   (hierna: de Memorie van Toelichting). In de antwoordbrief van de CBCS d.d. 7 november 2024 is
   reeds verwezen naar de voornoemde Regeling en de Memorie van Toelichting (zie bijlage 2).
   Het antwoord op de vraag wie de ‘opdrachtgever’ is (vraag 3), is eveneens juridisch te herleiden uit
   de relevante wetgeving en de Memorie van Toelichting, die reeds zijn gepubliceerd.

Gelet op het voorgaande is de CBCS, in haar hoedanigheid van (zelfstandig) bestuursorgaan, niet
gehouden uw vragen te beantwoorden. De (nieuwe) gestelde vragen vallen niet onder de
reikwijdte van de Lob (conform artikel 3 van de Lob) en/of de antwoorden zijn reeds toegankelijk
(waardoor geen inzage is vereist). Niettemin heeft de CBCS, met het oog op transparantie richting
de Curaçaose gemeenschap ten aanzien van de introductie van de Caribische gulden, besloten
om – zij het vrijwillig – over te gaan tot (gedeeltelijke herhaling van de) beantwoording van uw
vragen. Uw verzoek wordt derhalve, ondanks het voorgaande, ingewilligd.
De antwoorden vanuit CBCS op uw vragen luiden als volgt:

1. Vraag: Wat is het voordeel van de aanpassing van deze munteenheid?
   Volgens de Regeling Gemeenschappelijk Geldstelsel Curaçao en Sint Maarten (hierna ook:
   de Regeling) en de bijbehorende Memorie van Toelichting zijn de belangrijkste voordelen
   van de invoering van de Caribische gulden onder meer:
   (1) Het creëren van een eigen monetaire identiteit voor Curaçao en Sint Maarten; De
   invoering van de Caribische gulden hangt samen met de nieuwe staatkundige status van
   beide landen, en;
   (2) De modernisering van het geldsysteem; Bijvoorbeeld de aanpassing van de
   denominaties om beter aan te sluiten bij internationale standaarden, zoals de afschaffing
   van het twee-en-een-half guldenstuk, de introductie van een 20 guldenbiljet ter
   vervanging van het 25 guldenbiljet, en een 200 guldenbiljet in plaats van het 250
   guldenbiljet.
   Voor een meer gedetailleerde toelichting ten aanzien van het bovenstaande, verwijzen wij
   naar de inhoud van de Memorie van Toelichting. Volledigheidshalve wordt de Regeling en
   de Memorie van Toelichting als bijlage 3 overgelegd.
2. Vraag: Wordt de huidige ANG met spoed vervangen om privatisering te
   ondersteunen?
   De vervanging van de Antilliaanse gulden door de Caribische gulden vindt niet overhaast
   of met spoed plaats en is evenmin bedoeld ter ondersteuning van privatisering (wat
   hiermee ook wordt bedoeld). Het proces is zorgvuldig en geleidelijk verlopen en heeft als
   doel de voorraad bankbiljetten en circulatiemunten van de CBCS aan te vullen, zodat de
   CBCS kan blijven voldoen aan haar wettelijke taak van verzorging van de geldsomloop.
   Gezien de beslissing van de Landen om de Caribische gulden te introduceren, in
   combinatie met de beperkingen op de verdere productie van de Antilliaanse gulden –
   waaronder het feit dat de oorspronkelijke producent is gestopt met de productie van
   bankbiljetten en dat alternatieve productie door andere bedrijven niet mogelijk was
   vanwege verouderde echtheidskenmerken en specificaties – is ervoor gekozen de
   Caribische gulden in te voeren.
   Deze introductie heeft derhalve twee primaire doelstellingen:
   (1) De CBCS in staat stellen om haar taak van verzorging van de geldsomloop te blijven
   vervullen en (2) de efficiëntie en de inclusiviteit van het betalingsverkeer binnen de Landen
   te waarborgen.
3. Vraag: Wie is/was de opdrachtgever voor dit besluit (*Cft/Den Haag/Centrale Bank)?
   De opdrachtgever voor de aanpassing van de munteenheid naar de Caribische gulden zijn
   de regeringen van Curaçao en Sint Maarten. Dit blijkt uit de Regeling Gemeenschappelijk
   Geldstelsel Curaçao en Sint Maarten en de daarbij behorende Memorie van Toelichting.

De Regeling is gebaseerd op artikel 88 van de Staatsregelingen van Curaçao en Sint
Maarten. De regeringen van beide landen hebben op basis hiervan afgesproken om een
gemeenschappelijk geldstelsel in te voeren.
De invoering van de Caribische gulden is bovendien vastgelegd in het Slotakkoord van 2
november 2006. In dit akkoord en in de aanvullende principeafspraken van 2008 spraken
de regeringen van Curaçao en Sint Maarten af dat er één gezamenlijke centrale bank en
een gezamenlijke munt zou komen. Dit maakte deel uit van de herstructurering na de
ontmanteling van de Nederlandse Antillen in 2010 (waardoor het ook logisch is dat de
Nederlands-Antilliaanse gulden wordt vervangen)
Voor de goede orde: de CBCS is niet de opdrachtgever, maar de uitvoerder. De CBCS is
belast met de uitgifte van de Caribische gulden en het monetaire beleid, maar de beslissing
om de munt in te voeren is dus – zoals reeds genoemd – genomen door de regeringen
van Curaçao en Sint Maarten.
Voor de volledigheid verwijzen wij wederom naar de relevante wetgeving en de Memorie
van Toelichting, waarin het bovenstaande uitvoerig is uiteengezet (zie bijlage 3).

4. Vraag: Waarom wordt CG gekoppeld aan USD i.p.v. EURO?
   Deze vraag, namelijk waarom de Caribische gulden (Cg) is gekoppeld aan de Amerikaanse
   dollar (USD), is reeds tweemaal beantwoord (zie bijlagen 1 en 2).
   Voor zover uw vraag specifiek betrekking heeft op de reden waarom de munt
   niet aan de
   euro is gekoppeld: juist vanwege de voordelen van de koppeling aan de dollar is ervoor
   gekozen de munt niet (ook) aan de euro te koppelen.
   Wat betreft de historische continuïteit: de Nederlands-Antilliaanse gulden (NAf) was sinds
   1971 al gekoppeld aan de Amerikaanse dollar tegen een vaste wisselkoers van 1 USD = 1,79
   NAf. Door deze koppeling te behouden, blijft het monetaire beleid stabiel en worden
   wisselkoersschommelingen voorkomen.
   Daarnaast verloopt het merendeel van de handel van Curaçao en Sint Maarten (zoals reeds
   eerder toegelicht) met de Verenigde Staten, en niet met de eurozone. Hoewel Curaçao en
   Sint Maarten deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden, zijn zij geen lid van de
   eurozone. De economische integratie met de EU is beperkt, terwijl de handel met de VS
   dominant is.
   Ten slotte was een van de principeafspraken dat er één valutagebied zou komen met een
   gemeenschappelijke munt, gekoppeld aan de Amerikaanse dollar tegen een vaste
   wisselkoers.1
   Wij raden u nogmaals aan om de meergenoemde wetgeving en de Memorie van
   Toelichting te raadplegen; daarin vindt u het antwoord op de meeste van uw vragen terug.
5. Vraag: Wat zijn de gevolgen m.b.t. de intrinsieke waarde van de ANF/CG?
   De intrinsieke waarde van de munteenheid zelf verandert niet. De Caribische gulden (Cg)
   wordt één-op-één omgezet vanuit de Nederlands-Antilliaanse gulden (NAf), waardoor er
   geen wijziging in waarde is voor houders van geld.
   Zie artikel 16, lid 5 en 6 van de Regeling Gemeenschappelijk Geldstelsel Curaçao en Sint
   Maarten:
   ” Vanaf het moment van uitgifte van de Caribische gulden, genoemd in het eerste lid,
   kunnen Nederlands-Antilliaanse guldens gedurende een periode van één jaar bij de
   commerciële banken worden ingewisseld tegen Caribische guldens tegen een één-op-
   één verhouding.”
   “Vanaf het moment van uitgifte van de Caribische gulden, genoemd in het eerste lid,
   kunnen Nederlands-Antilliaanse guldens gedurende een periode van dertig jaar bij de Bank
   worden ingewisseld tegen Caribische guldens tegen een één-op-één verhouding”

6. Vraag: Waarom wordt deze eenheid gelanceerd tijdens de verkiezingsperiode?
   Zoals meerdere malen aangegeven, is de beslissing om de Caribische gulden in te voeren
   reeds in het Slotakkoord van 2 november 2006 genomen. De daadwerkelijke invoering
   heeft geen politieke motivatie.
   De officiële invoering van de Caribische gulden vindt plaats ná de verkiezingsperiode en is
   het gevolg van langlopende monetaire en bestuurlijke processen die al jarenlang in
   voorbereiding zijn. Deze invoering heeft geen enkel verband met de verkiezingen. Dat de
   officiële invoering kort na de verkiezingen plaatsvindt, hangt uitsluitend samen met de
   afspraken die onder meer met de commerciële banken zijn gemaakt, zodat zij voldoende
   tijd hebben om hun systemen aan te passen. Daarnaast is de timing afgestemd op de
   verwachte doorlooptijd van de resterende voorraad Nederlands-Antilliaanse guldens.
   Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd
   Hoogachtend,
   Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten
   R. Doornbosch L. Matroos-Lasten
   President Directeur Secretaris

ABNA Advies NV 2025.